Bedrijven in Nederland maken zich zorgen over hun voortbestaan. Terwijl de overheid bedrijven ondersteuning biedt, strekken de gevolgen van het coronavirus zich steeds verder uit naar de toekomst en maken veel bedrijven zich zorgen of ze het zullen overleven.
Volgens econoom Esther van Rijswijk ligt de focus van de overheid momenteel op het behoud van banen en het drijven van bedrijven. Dat is allemaal goed en wel, maar de regering moet ook verder kijken, verder in de toekomst, zei ze. ‘Je wilt ook steun waar de overheid bedrijven aanmoedigt om te investeren in de nieuwe toekomst’, zei ze tegen WNL.
Volgens Van Rijswijk bestaat een crisis zoals die van de hele wereld momenteel uit drie fasen. ‘De eerste fase is dat alleen de fabriek moet sluiten omdat er iets aan de hand is, maar we gaan binnenkort weer open. We zijn die fase voorbij’, legde ze uit. “We zitten nu in de fase dat sommige fabrieken of in dit geval horecabedrijven mogelijk niet meer kunnen openen of geen toekomst meer hebben, dat mensen werkloos worden. Ze gaan minder uitgeven, ook mensen die niet werkloos zijn zitten op hun geld , en dat maakt het veel ingewikkelder en kan het langer meegaan. “
Hoewel deze tweede fase al een slechte plek is om in te zitten, is de derde fase degene die moet worden vermeden. “We moeten ervoor zorgen dat we niet in de derde fase komen, waar de banken in de problemen zitten en geen krediet kunnen verstrekken aan bedrijven die wel een toekomst hebben”, aldus Van Riswijk. Dan zit je zo diep dat maar weinigen hun weg naar buiten kunnen graven.
Bedrijven hebben meer mogelijkheden nodig, aldus Jacco Vonhof van de Vereniging voor Midden- en Kleinbedrijf MKB Nederland. ‘Je krijgt straks de gevolgen van internationale ontwikkelingen, dus door de dalende vraag wordt er niets meer gekocht’, zei hij tegen WNL. “De impact van zo’n klap is dat je een tijdje moet steunen, dat is nu een half jaar, maar na dat half jaar weten we ook niet wat er gaat gebeuren. Dus moeten we nadenken over dingen die bieden een beetje meer perspectief en investeren. “
Hij vindt dat de overheid bedrijven meer ruimte moet geven om hun bedrijf een tijdje ‘on hold’ te zetten. “Als een ondernemer nu ophoudt en schulden heeft, moet hij die over het algemeen terugbetalen en misschien zijn huis verkopen of de hele pensioenpot opgraven en dat is onmogelijk. Dus als de overheid ervoor zorgt dat de overgang naar stoppen iets anders is tijdens deze periode dan normaal, zou het veel bedrijven helpen om af en toe te stoppen als het later beter gaat. Ik denk dat het kabinet daar over zal nadenken. “
De regering probeert bedrijven te helpen zich aan te passen aan een nieuwe toekomst door de ontslagboete te schrappen uit de voorwaarden voor het uitgebreide noodpakket voor bedrijven, betoogde CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg tijdens het verdedigen van dit besluit in het parlement. Vakbonden en oppositiepartijen vrezen voor ontslagen en dat kan gebeuren. Maar als een bedrijf kan overleven door nu een paar werknemers te ontslaan, worden er nog veel meer banen bespaard.
‘Met dit ondersteuningspakket moet je wat beter kijken naar welke bedrijven het in de toekomst gaan halen. Wat betekent het voor die bedrijven als ze wat minder mensen in dienst hebben, kan dat bedrijf dan overleven? Anders betaal je voor een bedrijf dat niet meer levensvatbaar is. Dan is het blijkbaar goedkoper om failliet te gaan, en dan verliest iedereen zijn baan “, aldus Van Toorenburg.
Van Rijswijk begrijpt dit argument. Ze vergeleek Nederland met de situatie in de Verenigde Staten. ‘Daar worden mensen heel gemakkelijk ontslagen, wat betekent dat bedrijven sneller kunnen blijven werken. Een nieuwe toekomst, een nieuwe wereld gaan verder’, zei ze tegen WNL. In Nederland is het veel moeilijker iemand te ontslaan, mede omdat Nederland werknemers beschermt. ‘Maar daarmee sluit je de bedrijven ook een beetje op, en daarmee sluit je ook de ondernemers op. Dat is maar een dilemma. ‘