De Nederlandse regering heeft 66 miljard euro geleend voor steun aan Covid

[ad_1]

Het ministerie van Financiën leende dit jaar al 108 miljard euro, waarvan het overgrote deel gereserveerd is voor de financiering van de bijna 60 verschillende noodmaatregelen om het land door de coronaviruscrisis heen te helpen. Voordat de crisis toesloeg, was het kabinet van plan dit jaar slechts 42 miljard euro te lenen, meldt de NOS op basis van een overzicht van het ministerie van Financiën.

Tot dusver heeft de regering 37 miljard euro gereserveerd voor de eerste twee reeksen maatregelen ter ondersteuning van het coronavirus. Het grootste bedrag, 18,8 miljard euro, werd gereserveerd voor de NOW-verordening om bedrijven in moeilijkheden te helpen hun personeel te betalen. Voor het ondersteuningspakket voor zelfstandigen, TOZO, was 4 miljard euro gereserveerd. En de vergoedingen voor vaste kosten, TOGS en TVL, bedroegen 1,4 miljard euro. Nog eens 1,4 miljard euro is gereserveerd voor bonussen voor zorgpersoneel. En 1,3 miljard euro om de beschikbaarheid van openbaar vervoer te garanderen.

Er ging ook geld naar belastingmaatregelen. Zo werd de btw voor gezichtsmaskers geschrapt. En ondernemers kunnen hun verwachte verlies over zijn jaar verrekenen met hun winst op hun belastingaangifte. Ook de belastingopbrengsten zullen dit jaar naar verwachting circa 25 miljard euro lager uitkomen. En de kosten voor WW en bijstand 1,5 miljard euro hoger. In totaal trok de overheid 66 miljard euro uit om deze kosten te dekken.

Het betreft allemaal gereserveerde bedragen. In werkelijkheid zijn sommige van de verwachte kosten tot dusverre lager geweest. Zo zette de overheid ruim 9 miljard euro opzij voor het eerste NOW-pakket, maar keerde UWV slechts bijna 8 miljard euro uit aan zo’n 140 duizend ondernemers. Het kabinet reserveerde 12 miljard euro voor de tweede ronde van loonsubsidies, maar het aantal bedrijven dat het nodig had was veel lager met ruim 40 duizend en de kosten bedragen momenteel 1,5 miljard euro.

De ministeries werken momenteel aan een derde ondersteuningspakket. Hoeveel geld er voor dit pakket wordt gereserveerd, is nog niet duidelijk. Bronnen vertelden Nederlandse media dat dit pakket veel langer zal duren dan de eerste twee, tot de zomer van 2021, maar dat de maatregelen minder genereus zullen zijn en dat minder bedrijven in aanmerking kunnen komen voor ondersteuning.

De eurolanden waren het er allemaal over eens dat de staatsschulden van landen niet hoger mogen zijn dan 60 procent van hun bruto binnenlands product (bbp). Nederland heeft de afgelopen jaren de staatsschuld weten terug te brengen tot circa 400 miljard euro eind 2019, toen nog geen 50 procent van het bbp. Wat betekent dat het land wat ruimte heeft om te lenen. Of Nederland onder de afgesproken 60 procent van het BBP kan blijven, valt nog te bezien. Volgende maand wordt op Prinsjesdag meer duidelijk gemaakt.

[ad_2]

Plaats een reactie