Gemeentewerf Zeist gaat plaatsmaken voor (starters)woningen

[ad_1]

Het hing al een tijdje in de lucht, maar nu is het zo ver dat Zeist echt werk gaat maken van de verplaatsing van de gemeentewerf, de thuisbasis van alle medewerkers die zich bemoeien met onderhoud van bestrating, verlichting, gebouwen en riolering. Er komen woningen voor terug. 




Al sinds 2018 zit het in de pijplijn bij de gemeente: de verhuizing van de gemeentewerf aan de Van Renesselaan naar een nieuwe locatie op bedrijventerrein Dijnsselburg aan de Johannes Postlaan. Zeist wil daar nu haast mee maken, aangezien de oude gemeentewerf in verval begint te raken en bovendien gedateerd is en dus niet duurzaam. Tegelijkertijd heeft de gemeente de huidige plek van de werf in het vizier voor woningbouw, waaraan grote behoefte bestaat.

Thuisbasis

De plek waar de werf moet komen, ligt al een tijdje braak. Op die 1100 vierkante meter gemeentegrond moeten in 2023 een compact gebouw en een terrein waar de gemeentemedewerkers hun thuisbasis en hun opslag hebben, zijn verrezen: met nul op de meter en zelfs energie leverend. Een ontsluiting krijgt de nieuwe werf – samen met de brandweer – via de Dijnselburgerlaan en niet aan de Johannes Postlaan, omdat daar scholen en een aangrenzende woonwijk liggen.

Op een deel van het huidige werfterrein aan de Van Renesselaan is al een appartementencomplex gebouwd door woongroep Surplus. In een overeenkomst met deze groep is afgesproken dat de werf voor 2027 weg is. Zo niet, dan kost het de gemeente geld.

Starters

Maar die planning gaat lukken, meent Zeist. Dit jaar wordt de opdracht tot de bouw van de nieuwe werf verleend, volgend jaar kan die starten om in 2023 klaar te komen voor verhuizing. Begin 2024 wordt de oude werf aan de Renesselaan dan gesloopt om plaats te maken voor huizen. De gemeente denkt aan kleine, betaalbare huizen voor starters en herstarters.

Met de bouw van de nieuwe werf is 5,5 miljoen euro gemoeid, waarvan Zeist 4 miljoen wil lenen. 

[ad_2]

Lees meer

Plaats een reactie