ICC bekrachtigt vrijspraak voormalige president van Ivoorkust

[ad_1]

PARIJS – Rechters van het Internationaal Strafhof in Den Haag hebben de vrijspraak van de voormalige Ivoriaanse president Laurent Gbagbo en jeugdminister Charles Ble Goude bevestigd, waardoor de weg vrijgemaakt is voor beiden om naar huis terug te keren.

De twee waren beschuldigd van het aanzetten tot geweld na de verkiezingen, en waarnemers zeiden dat er bezorgdheid bestond dat hun terugkeer Ivoorkust, ’s werelds grootste cacaoproducent, opnieuw zou kunnen destabiliseren.

Gbagbo en Ble Goude zaten in de rechtszaal voor het vonnis. Ble Goude glimlachte breed toen rechter-president Chili Eboe-Osuji het voorlas.

“De kamer van beroep heeft met meerderheid van stemmen geen fout gevonden die de beslissing van de proceskamer wezenlijk had kunnen beïnvloeden met betrekking tot een van de twee beroepsprocedures van de aanklagers”, zei Eboe-Osuji. “Het wijst daarom het beroep van de officier van justitie af en bevestigt de beslissing van de proceskamer.”

De rechter heeft ook alle resterende voorwaarden voor de vrijlating van de mannen ingetrokken. Gbagbo, die voorlopig in België verblijft, heeft gezegd terug te willen keren naar Ivoorkust, waar hij een zwaargewicht blijft in de oppositie tegen de huidige president Alassane Ouattara.

In een verklaring begroette het verdedigingsteam van Gbagbo de vrijspraak en zei dat er gerechtigheid was geschied.

Aanhangers van voormalig Ivoorkust-president Laurent Gbagbo en voormalig jeugdminister Charles Ble Goude vieren hun vrijspraak buiten het Internationaal Strafhof in Den Haag, Nederland, op 31 maart 2021.

In 2019 spraken ICC-rechters Gbagbo en Ble Goude vrij van beschuldigingen van misdaden tegen de menselijkheid in verband met postelectoraal geweld in Ivoorkust in 2010 en 2011. Bij de stemming versloeg Ouattara Gbagbo, die weigerde toe te geven. Na een onderzoek naar vermeende wreedheden, waaronder moord en verkrachting, werd Gbagbo het eerste voormalige staatshoofd dat op bevel van het ICC werd gearresteerd.

De Aanklager ging op procedurele gronden in beroep tegen de aanvankelijke vrijspraak, die allemaal werden verworpen door de rechters van beroep, waarvan er twee het oneens waren.

In sommige gevallen leverde Eboe-Osuji bijzonder scherpe kritiek op de argumenten van officier van justitie Fatou Bensouda, waaronder haar kennelijke suggestie dat de eerste rechtbank niet al het bewijs volledig had overwogen voordat ze tot een vonnis kwam.

“Rechters van het ICC … worden verondersteld te handelen met integriteit en onpartijdigheid. De kamer van beroep verwacht bewijs van zeer duidelijke aard ter ondersteuning van zo’n ernstige bewering als werd gemaakt”, zei Eboe-Osuji.

De uitspraak van woensdag betekende opnieuw een tegenslag voor de vervolging van het ICC. Eerder spraken rechters in hoger beroep voormalig vicepresident van de Democratische Republiek Congo, Jean-Pierre Bemba, vrij. Aanklager Bensouda heeft eerder de aanklachten wegens misdaden tegen de geesteswetenschappen tegen de Keniaanse leider Uhuru Kenyatta ingetrokken.

Bensouda staat ook onder Amerikaanse sancties voor het starten van een onderzoek naar oorlogsmisdaden door Amerikaanse troepen in Afghanistan. De kampioenen van de 20-jarige ICC beweren echter dat zijn missie – als een rechtbank in laatste instantie die buitengewoon moeilijke zaken tegen machtige figuren aanneemt – vanaf het begin buitengewoon uitdagend is.

De termijn van negen jaar van Bensouda loopt in juni af. De Britse aanklager Karim Khan zal haar opvolgen.



[ad_2]

Plaats een reactie

Mobiele versie afsluiten