Minimaal drie keer sinds de ebola-uitbraak in West-Afrika in 2014 kreeg de Nederlandse regering dringend advies om kennis over pandemieën te bundelen en internationale samenwerking te zoeken bij de aanpak ervan – tweemaal in 2016 en eenmaal in 2018. Maar met dat advies werd niets gedaan, Trouw rapporteert op basis van eigen onderzoek.
Twee jaar geleden heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gezondheidsadviseur Ger Steenbergen gevraagd advies te schrijven over hoe Nederland zich kan wapenen tegen een pandemie. Steenbergen concludeerde dat er in Nederland veel kennis en ervaring is over het signaleren en bestrijden van epidemieën, maar dat daar nauwelijks gebruik van wordt gemaakt. Tegelijkertijd pleitte hij voor internationale samenwerking om een gezamenlijke strategie te ontwikkelen.
In 2016 bleek uit een evaluatie door de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie dat Nederland door zijn weigering tot samenwerking ‘medeverantwoordelijk’ is voor problemen bij de Wereldgezondheidsorganisatie, die naar eigen zeggen al te laks reageerden op epidemieën. In datzelfde jaar zei het Clingendael Instituut ook dat er bij een epidemie een meer samenhangende Nederlandse respons nodig is.
Maar met dat advies werd niets gedaan, aldus de krant.
Steenbergen vertelde Trouw nu dat dit komt doordat het Ministerie van Volksgezondheid en het Ministerie van Buitenlandse Zaken de internationale gezondheid anders bekijken. ‘Volksgezondheid denkt dat het om de Nederlandse gezondheidssituatie gaat en dat de internationale gezondheidssituatie onder Buitenlandse Zaken valt. Maar die afdeling ziet de gezondheid niet als een internationaal thema’, zei hij.
Het gebrek aan internationale samenwerking is land na land zichtbaar onder het coronavirus, zonder gemeenschappelijk beleid of visie om uit deze crisis te geraken.