Meer blootstelling aan bestrijdingsmiddelen rond Nederlandse bollenvelden dan verwacht: studie

[ad_1]

Het besproeien van landbouwgif op de Nederlandse bollenvelden stelt veel meer omwonenden voor veel langere tijd bloot aan veel hogere concentraties van deze bestrijdingsmiddelen dan verwacht, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek van onderzoekscommissie bestrijdingsmiddelen en bewoners OBO. Deze bestrijdingsmiddelen worden gevonden in de luiers van baby’s die 250 meter van de bollenvelden wonen, meldt televisieprogramma Zembla, dat het onderzoeksrapport in zijn bezit heeft.

Deze studie is in 2014 gestart op advies van de Nederlandse Gezondheidsraad, nadat Zembla in 2011 en 2013 rapporteerde over het gebruik van bestrijdingsmiddelen en de risico’s voor de omwonenden. De OBO is opgericht door het RIVM en bestaat uit deskundigen van verschillende Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstellingen.

“De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat we binnen een straal van 250 meter hoge concentraties bestrijdingsmiddelen in de lucht en huisstof van omwonenden aantroffen in vergelijking met controles die verder weg wonen”, zei onderzoeksleider Roel Vermeulen van de Universiteit Utrecht tegen Zembla. Het is voor het eerst dat een dergelijk onderzoek is gedaan en daarmee ook voor het eerst overtuigend is bewezen dat pesticiden na het besproeien niet op de bollenvelden achterblijven.

De onderzoekers ontdekten dat de concentraties van bestrijdingsmiddelen in de lucht 10 keer hoger waren bij mensen die rondom bollenvelden wonen dan bij de controlegroep, die verder weg woonden. Het stof in de deurmatten en stofzuigers van mensen die in de buurt van bollenvelden wonen, bevatte gemiddeld 5 keer meer bestrijdingsmiddelen dan de controlegroep. Bij enkele bestrijdingsmiddelen waren de concentraties 100 keer hoger. Binnen 50 meter van plaatsen waar landbouwgif wordt gebruikt, zijn de gemeten concentraties van pesticiden in de lucht, het huisstof en urine van omwonenden ook hoger dan 250 meter afstand.

‘We hebben gekeken hoe pesticiden van het veld naar de leefomgeving kunnen gaan’, zei Vermeulen tegen het programma. “De metingen die we hebben gedaan, laten zien dat deze beweging plaatsvindt. Dat zie je omdat je onder omwonenden een toename ziet ten opzichte van de controles, maar je ziet ook een verschil in spuitseizoen vergeleken met het niet spuitseizoen.”

In de grond bij de woningen van omwonenden rondom bollenvelden liggen de concentraties van een aantal bestrijdingsmiddelen 5 tot 10 keer hoger dan in de grond rondom woningen van de controlegroep. Dit zou volgens de onderzoekers kunnen worden verklaard door de langzame afbraak van de bestrijdingsmiddelen. Het kan ook, althans gedeeltelijk, verklaren waarom de concentraties van pesticiden in het huisstof van omwonenden zo hoog zijn – mensen brengen het gif op de been.

De onderzoekers ontdekten ook dat een hogere blootstelling aan bestrijdingsmiddelen niet alleen optreedt tijdens het spuitseizoen. Zelfs weken na het spuitseizoen worden bij omwonenden hogere concentraties bestrijdingsmiddelen gemeten dan bij mensen in de controlegroep.

De blootstelling aan bestrijdingsmiddelen treft veel mensen in Nederland. In de niet-stedelijke gebieden, met minder dan 1.500 adressen per vierkante kilometer, woont 5 procent van de bevolking binnen 50 meter van een veld. Een kwart van de plattelandsbevolking leeft in een straal van 250 meter rond een bollenveld.

Het onderzoek maakte niet duidelijk of mensen die in de buurt van bollenvelden of andere landbouwgrond wonen, een direct gezondheidsrisico lopen. Verder onderzoek moet worden gedaan, zei Vermeulen. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan kleine kinderen die veel op de grond kruipen en daardoor een extra risico lopen op verhoogde blootstelling aan gifstoffen.

Toxicoloog Martin van den Berg noemde de onderzoeksresultaten zeer zorgwekkend voor Nieuwsuur. ‘Als ik kinderen of kleinkinderen zou hebben, zou ik niet gelukkig zijn. Met deze gegevens zou ik de regering vragen het spuiten onmiddellijk te staken totdat bewezen is dat er geen risico’s zijn voor kinderen en zwangere vrouwen.’

[ad_2]

Plaats een reactie