Internationaal heeft Nederland een relatief laag percentage rokers, blijkt uit cijfers van de OESO-publicatie Gezondheid in het kort 2019 dat het CBS donderdag heeft vrijgegeven. Het percentage dagelijkse rokers in Nederland is gedaald van 23 procent in 2007 naar 17 procent in 2017, net onder het 18 procent gemiddelde in de OESO-landen.
Er zijn grote verschillen tussen landen, hoewel in de meeste landen het percentage rokers de afgelopen jaren is gedaald. Griekenland heeft het hoogste percentage rokers, 27 procent, een daling van 40 procent in 2007. En Mexico heeft het laagste percentage, 8 procent een daling van 13 procent. In Oostenrijk en Slowakije is het aantal rokers tussen 2007 en 2017 gestegen, van respectievelijk 23 naar 24 procent en van 20 naar 23 procent.
Uit de OESO-publicatie bleek ook dat Nederland relatief weinig artsen heeft die in het buitenland zijn opgeleid. Slechts 2 procent van de artsen in het land in 2017 had een buitenlands diploma. Veel andere landen hebben een groter aandeel artsen dat aan universiteiten in andere landen heeft gestudeerd. In Israël heeft bijvoorbeeld 58 procent van de artsen een buitenlands diploma.
Nederland geeft ook relatief weinig uit aan niet-vergoede geneesmiddelen. Slechts 2 procent van de zorguitgaven in Nederland ging in 2017 naar geneesmiddelen die niet door verzekeraars werden gedekt. Het percentage eigen betalingen is lager dan de Belgische 4 procent en veel lager dan de 13 procent in Griekenland en 12 procent in de Verenigde Staten.