Zowel mannen als vrouwen in Nederland zijn sinds 1981 zwaarder en iets groter geworden, zo blijkt uit het CBS-gezondheidsonderzoek. Tussen 1981 en 2018 werden mannen gemiddeld 3,8 centimeter groter en 9 kilo zwaarder, terwijl vrouwen 1,5 centimeter langer en 7 kilo zwaarder werden.
Dat betekent dat mannen nu gemiddeld 2,3 kilo zwaarder zijn per centimeter lichaamslengte en vrouwen 4,7 kilogram. Volgens het statistiekenbureau werden vrouwen in de perioden 1990-2000 en 2010-2019 “redelijk aanzienlijk” zwaarder, terwijl hun lengte nauwelijks veranderde.
Het CBS stelt ook vast dat de langste mensen in Friesland en Groningen wonen en de kortste in Limburg en Noord-Brabant. Inwoners van Friesland en Groningen zijn gemiddeld 3 centimeter groter dan inwoners van Noord-Brabant en Limburg.
Nederlandse mannen zijn nu gemiddeld 1,81 meter lang en vrouwen 1,67 meter. De meeste Nederlanders zitten dicht bij de gemiddelde hoogte. 42 procent van de mannen heeft een lengte die minder dan 5 centimeter boven of onder het gemiddelde ligt, en dit is het geval bij 50 procent van de vrouwen.