Niet-medische maskers niet erg effectief, maar te gebruiken in openbaar vervoer begrijpelijk, zegt RIVM-directeur

[ad_1]

Het dragen van niet-medische mondmaskers in het openbaar vervoer kan een beetje helpen de verspreiding van het coronavirus te beperken, zei RIVM-directeur Jaap van Dissel donderdag in het parlement. Niet-medische maskers kunnen volgens hem 5 tot 10 procent van de infecties voorkomen. Maar hij begrijpt het besluit van de regering om dergelijke maskers verplicht te stellen op het openbaar vervoer, waar sociale afstand vaak onmogelijk is, zegt de NOS.

Onderzoek toont aan dat niet-medische maskers “enigszins kunnen bijdragen aan het beperken van de verspreiding” van het coronavirus, zei Van Dissel tegen het parlement. Maar de meeste laten nog steeds 40 tot 80 procent van de druppels door, afhankelijk van het soort stof waarvan ze zijn gemaakt. Veel hangt af van de kwaliteit van de maskers, zei hij. ‘In sommige landen zeggen ze: doe een sjaal om je gezicht. Dat zou ik niet doen. Sommige sjaals waar je doorheen kunt kijken, houden het virus niet tegen’, zei Van Dissel.

Binnenkort zal de overheid instructies publiceren waarmee mensen hun eigen maskers kunnen maken.

Van Dissel waarschuwde dat het gebruik van maskers ertoe kan leiden dat mensen met symptomen niet thuis blijven, omdat ze denken dat ze niemand met een mondmasker kunnen besmetten. Dit is absoluut niet het geval, benadrukte hij. Als u symptomen heeft, blijf dan thuis. Maskers worden ook vaak verkeerd gebruikt, waardoor ze geen effect hebben, zei hij.

[ad_2]

Plaats een reactie