In totaal registreerde de politie vorig jaar 138.000 meldingen, tegenover 133.000 in 2021, blijkt uit een analyse van politiecijfers door het ANP. De grootste stijging werd in Hattem, Oirschot en Epe geregistreerd. In alle drie de gemeenten was het aantal meldingen bijna drie keer zo hoog als in 2021. Van de twintig grote gemeenten nam het aantal klachten over mensen met verward gedrag het sterkst toe in Nijmegen, Apeldoorn en Zaanstad. Daar steeg het aantal meldingen op jaarbasis met zo’n 30 procent. In absolute aantallen werd in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag het meest melding gemaakt van verwarde personen.
Het gaat om zogenoemde E-33 meldingen: allerlei meldingen van burgers over mensen met ‘onbegrepen gedrag’. Of het aantal personen met verward gedrag ook is gestegen, is niet met zekerheid te zeggen; er kunnen over één persoon meerdere meldingen zijn gedaan. „Uit eerder onderzoek van de politie weten we dat de meeste meldingen eenmalig zijn en dat er slechts een heel kleine groep mensen is met complexe psychiatrische problemen over wie vaker meldingen binnenkomen”, zegt een woordvoerder van GGZ Nederland.
Juist goed nieuws
Hans Kroon, Trimbos-onderzoeker en hoogleraar ernstige psychische aandoeningen, ziet de cijfers eerder als goed nieuws dan als slecht nieuws. „Zo laag is de stijging nog niet eerder geweest. Je kunt het zien als een afvlakking.”
Over de oorzaak is, zonder onderzoek, niks te zeggen. Daarbij helpt het niet dat ‘mensen met verward gedrag’ een uiteenlopende groep behelst, zegt Kroon. „Het is een containerbegrip. Deze meldingen kunnen gaan over iemand van 80 jaar met dementie die de weg naar huis niet meer vindt, tot mensen met psychotische problemen die onder de radar van de geestelijke gezondheidszorg zijn.”
Sinds 15 mei stuurt de politie niet-acute meldingen, ook vanuit eigen waarneming, door naar de meldpunten Zorgwekkend Gedrag van de gemeenten, zegt een woordvoerder van de politie. „Bij acute crisissituaties heeft de politie een goede samenwerking met de GGZ-crisisdiensten.”