In de eerste helft van dit jaar groeide het aantal huishoudens dat hulp nodig had van de Nederlandse voedselbanken met 8,5 procent. Amsterdam kende de grootste stijging, met 26 procent meer woningen die hulp nodig hadden. Bijna alle grote steden lieten een bovengemiddelde stijging zien, kondigde de organisatie achter de 171 voedselbanken van het land aan.
De 171 voedselbanken hielpen in de eerste helft van dit jaar 120 duizend unieke individuen. De organisatie schrijft de bovengemiddelde toename in de grote steden toe aan het coronavirus en de sectoren die het het meest heeft getroffen. De grote steden tellen een bovengemiddeld aantal inwoners die werkzaam zijn in de horeca, de culturele sector, sport en vervoer, evenals flexwerkers.
Gezien de economische recessie, de verwachte golf van faillissementen en de stijgende werkloosheid verwacht de Voedselbank dat de stijging van het aantal huishoudens in nood komend jaar zal doorzetten.
“Wekelijks worden al 1 miljoen producten ingezameld, verspreid over de 10 regionale distributiecentra en via 171 voedselbanken aan klanten gedistribueerd”, aldus de organisatie. “Om genoeg goed en gezond voedsel te krijgen, zullen de voedselbanken nieuwe wegen moeten inslaan.”
De Voedselbank deed ook een beroep op mensen die het moeilijk hadden om niet te aarzelen om hulp te vragen. “Veel mensen die nu in de problemen zitten door de coronacrisis gaan er ten onrechte van uit dat ze niet in aanmerking komen voor voedselhulp omdat ze bijvoorbeeld activa hebben”, aldus de organisatie. De toelatingscriteria van de Voedselbank zijn anders. Als u minder dan het “standaardbedrag” aan geld overhoudt voor boodschappen en kleding, komt u na aftrek van de vaste kosten van uw inkomen in aanmerking voor voedselhulp.
“Voedselbanken roepen mensen op om niet onnodig schulden te maken, met alle gevolgen van dien voor de lange termijn. Als corona ons iets heeft geleerd, is het dat het iedereen kan overkomen”, aldus de organisatie.