Bloedbank Sanquin ondervond een tegenvaller bij de inzameling van bloedplasma voor de productie van een geneesmiddel voor de behandeling van Covid-19, de luchtwegaandoening veroorzaakt door het coronavirus. De hoeveelheid antilichamen in het plasma neemt sneller af dan gehoopt. Wat betekent dat de bloedbank meer donoren nodig heeft om sneller te doneren om de benodigde hoeveelheid antilichamenrijk plasma te krijgen, meldt AD.
Sanquin was van plan 16 duizend donateurs te werven, die samen 50 duizend keer zouden doneren. Dat zou 30 duizend kilo plasma opleveren met antistoffen tegen Covid-19, waaruit een medicijn tegen het coronavirus zou kunnen worden gemaakt. Voor dit project heeft de overheid 10 miljoen euro beschikbaar gesteld.
De bloedbank wist haar 16 duizend donateurs te werven, maar die doneren minder vaak dan gehoopt en niet alle donaties zijn geschikt voor gebruik. ‘We hebben 20 duizend donaties ontvangen’, zegt een woordvoerder van de bloedbank tegen het AD. “Dat leverde 8 duizend tot 9 duizend kilo bloedplasma op, maar een deel daarvan zal nog steeds vallen.”
Bij sommige donoren verdwenen de antistoffen tegen het coronavirus snel uit hun bloed. Dat is niet meteen een zorg voor de immuniteit, maar wel een zorg voor de productie van medicijnen, zei hoogleraar microbiologie Hans Zaaijer tegen de krant. “We hebben plasma nodig met een hoog gehalte aan antilichamen voor de productie van medicijnen. We verwachtten dat de hoeveelheid antilichamen nog langer erg hoog zou zijn.”