Twee Utrechtse hoogleraren benoemd tot lid WRR – Utrecht

[ad_1]

Tanja van der Lippe

Foto: UU

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft twee Utrechtse hoogleraren benoemd tot lid van de Raad: Paul ’t Hart en Tanja van der Lippe. Bestuurskundige ’t Hart gaat vanaf 1 januari 2023 deel uitmaken van de WRR. Socioloog Van der Lippe, afgelopen week ook nog bekroond met de NWO-Stevinpremie 2022, zal in 2024 daadwerkelijk zitting nemen in de raad. Mark Bovens, tevens bestuurskundige en hoogleraar bestuurskunde in Utrecht, is al aan de raad verbonden en blijft adviserend lid.

Vrijdag 17 juni 2022 stemde de ministerraad in met de voordracht voor benoeming door de koning van de nieuwe raad van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Voorzitter Corien Prins zegt daarover: “Bij de samenstelling van de raad is zorgvuldig gekeken naar wetenschappelijke kwalificaties, affiniteit met beleidsvraagstukken, diversiteit in samenstelling en wetenschappelijke disciplines en bij voorkeur bestuurlijke c.q. politiek-bestuurlijke ervaring.”
De WRR kiest voor een stapsgewijze overgang naar een nieuwe samenstelling van de raad voor 2023-2027. Naast de nieuwe leden, waaronder ’t Hart en Van der Lippe, zijn vier leden herbenoemd. De benoeming geldt in principe voor vijf jaar, met de mogelijkheid tot verlenging tot nog eens vijf jaar.
Paul ’t Hart is als hoogleraar Bestuurskunde verbonden aan het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) van de Universiteit Utrecht en aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) in Den Haag. Hij is kernfaculteitslid van de Australia New Zealand School of Government (ANZSOG). In 2014 werd hij verkozen tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en in 2016 ontving hij een ERC Advanced Grant van de Europese Onderzoeksraad om te onderzoeken hoe het komt dat sommige beleidsmaatregelen, programma’s en projecten van de overheid zeer effectief zijn en gedurende lange perioden breed gedragen worden: ‘Successful Public Governance’. 
’t Hart onderzoekt het ‘het leven aan de top’ van de publieke sector in meer normale en alledaagse omstandigheden, door politiek-bestuurlijke relaties binnen departementen te bestuderen en de delicate evenwichtsoefening tussen ‘dienen’ en ‘leiden’ die belangrijke ambtenaren zoals departementssecretarissen of gemeentelijke CEO’s dagelijks moeten uitvoeren.
Daarnaast was hij onder andere voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Bestuurskunde (2013-2017), lid van de Commissie Evaluatie Politiewet 2012 (2013-2017), en onafhankelijk adviseur over de ’transitie’ van onderzoek en beleid in het ministerie van Justitie en Veiligheid (2019-2021).
Recente boekpublicaties van ’t Hart zijn onder andere: Guardians of Public Value: How Public Organisations Become and Remain Institutions (co-ed. with Lauren Fahy and Arjen Boin, Palgrave Macmillan 2020) en Governing the Pandemic: The Politics of Navigating a Mega-Crisis (with Arjen Boin and Allan McConnell, Palgrave Pivot, 2021).
‘Ik vind het een voorrecht dat ik USBO collega Mark Bovens als bestuurskundig lid van de WRR mag opvolgen,’ zegt Paul ’t Hart in een reactie. ‘De WRR is een van de mooist denkbare plekken voor een wetenschapper om – samen met uitmuntende collega’s en stafleden – op een gezaghebbende manier grote maatschappelijke vraagstukken te agenderen of een nieuwe draai te geven aan de aanpak van taaie kwesties waar de overheid al decennialang mee worstelt.
Tanja van der Lippe is hoogleraar Sociologie van huishoudens en arbeidsrelaties. Ze is voorzitter van de afdeling Sociologie van de Universiteit Utrecht, voorzitter van de onderzoeksschool ICS (Interuniversity Center for Social Science Theory and Methodology) en verbonden aan de Future of Work Hub.
Van der Lippe doet onderzoek naar de verhoudingen tussen werk en gezin, waarbij ze inzichten uit de sociologie, economie en psychologie combineert. Ze kijkt onder meer naar de omgang met de conflicterende eisen die het werk en het gezin stellen aan werknemers, gezinsleden en werkgevers. Dat doet ze vanuit nationaal en internationaal vergelijkend perspectief.
In 2013 ontving Van der Lippe een Advanced Grant subsidie van de European Research Council (ERC) voor haar onderzoek naar investeringen in een duurzame werknemerspopulatie in Europa. Zij is lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW, 2014), en van de Koninklijke Hollandse Maatschappij der Wetenschappen (KHMW, 2013). Recent publiceerde zij het boek ‘Waar blijft mijn tijd'(Prometheus, 2021). Vorige week ontving Van der Lippe de Stevinpremie, waarmee een geldbedrag van 2,5 miljoen euro is gemoeid, voor de maatschappelijke impact van haar wetenschappelijk onderzoek.
De Utrechtse socioloog heeft al enige ervaring met de WRR. ‘Het was mij een groot genoegen dat ik als covoorzitter kon bijdragen aan het WRR-KNAW-advies over scenario’s ten aanzien van Covid-19. Op deze manier heb ik een mooie indruk gekregen van de manier van werken van de WRR. Ik zie er naar uit om als raadslid mee te denken over de grote maatschappelijke vraagstukken. Dat zal in mijn geval overigens nog even duren: ik volg Godfried Engbersen op, hoogleraar Sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, en doe dat pas over zo’n twee jaar.’
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) informeert en adviseert de regering en het parlement over grote maatschappelijke vraagstukken. Van kunstmatige intelligentie tot migratiediversiteit en van houdbare zorg tot de toekomst van werk. De adviezen van de WRR zijn wetenschappelijk onderbouwd en gericht op de lange termijn. De WRR werkt onafhankelijk, multidisciplinair en sectoroverstijgend.

Paul ’t Hart



[ad_2]

Lees meer

Plaats een reactie