Utrechtse paleontoloog betrokken bij vondst fossiel van dinosaurus op Schotse eiland Eigg – Utrecht

[ad_1]

Foto: tekening: Elsa Panciroli

Onderzoekers van de Universiteit Utrecht en de National Museums of Scotland (NMS) hebben het eerste fossiel van een dinosaurus ontdekt op het Schotse eiland Eigg. De Utrechtse paleontoloog dr. Femke Holwerda indentificeerde het bot als een kuitbeen, een bot uit de achterpoot. Het fossiel dateert uit het tijdperk van het Midden-Jura en komt waarschijnlijk van een stegosauriër. “Dit is een enorm belangrijke vondst,” zegt dr. Elsa Panciroli, onderzoeker bij National Museums Scotland (NMS). “Allereerst zijn er wereldwijd maar weinig fossielen uit het Midden-Jura bekend. Daarnaast waren tot nu toe de enige Schotse dinosaurusfossielen afkomstig van het eiland Skye. Dit bot is 166 miljoen jaar oud en levert het bewijs dat er op dat moment stegosauria in Schotland leefden.”

Het bot, dat iets meer dan een halve meter lang is, werd door Panciroli gevonden in een rotsblok aan de waterkant. Het was zwaar beschadigd door de zee, maar er was genoeg van over om te onderzoeken. Dat heeft een team paleontologen van de Universiteit Utrecht en NMS gedaan. Ze brachten het rotsblok naar een laboratorium op de Universiteit van Edinburgh om het bot er uit te kunnen halen. Wat volgde laat zich lezen als een ‘whodunnit’. Teamlid Femke Holwerda van de Universiteit Utrecht, eerder al betrokken bij de identificatie van een nieuwe langnekdino, blikt terug.
 “We wilden natuurlijk weten van welk dier het kuitbeen afkomstig was”, vertelt de Utrechtse paleontoloog. “Aanvankelijk dachten we aan een langnekdino, want het merendeel van de botten van Skye was ook afkomstig van langnekken.” Ook de grootte van het bot deed denken aan dat van een langnekdino. “Alleen: de proporties van het bot klopten niet. Want terwijl alle langnek-kuitbeenderen uit die tijd tamelijk robuust zijn, was deze vondst juist lang en dun. En bij lang en dun denk je al gauw aan ornithischia, de grote groep van dinosauriërs waartoe ook de stegosauriërs behoren.”
Microscopisch onderzoek was de volgende stap in het speurwerk. “De meeste dino’s groeiden heel snel en dat blijkt uit de botmicrostructuur: daar zie je alleen maar botvernieuwing. Maar van dit kuitbeen bleek dat het om een jong en langzaam groeiend dier ging. Onder de microscoop zagen we namelijk lijntjes die je nog het beste kunt vergelijken met de jaarringen van een boom, en die erop wijzen dat de groei periodiek afvlakte. En langzame groei is kenmerkend voor stegosauriërs.” Verder onderzoek, bijvoorbeeld ter plekke naar andere botten of eventuele pootafdrukken, moet uitwijzen of hun aanname daadwerkelijk klopt. “Maar tot dan toe houden we het dus op een stegosauriër. Het dier is, met een knipoog, al omgedoopt tot Steiggosaurus.”
“Het was een behoorlijk toevallige ontdekking,” vertelt Panciroli. Met haar team doet ze regelmatig veldwerk in het westen van Schotland, waar veel gesteenten uit het Jura te vinden zijn. “Ik rende langs de kust om de rest van het team te ontmoeten, en liep er recht overheen. Het was destijds niet precies duidelijk tot wat voor soort dier het behoorde, maar er was geen twijfel over mogelijk dat we te maken hadden met een dinosaurusbot.”
Het fossiel dateert uit het midden van het Jura en heeft daarmee dezelfde leeftijd als vergelijkbare fossielen die op het nabijgelegen eiland Skye zijn gevonden. “Het Midden-Jura, de periode van pakweg 174 tot 163 miljoen jaar geleden, was een heel interessante tijd voor allerlei soorten dieren. Ze verspreidden zich in veel verschillende groepen en ontwikkelden nieuwe manieren om in hun omgeving te kunnen overleven. Elk fossiel dat we vinden voegt een belangrijk nieuw stukje informatie toe aan ons begrip van die periode en het verloop van de evolutie.” Dit is de eerste keer dat in Schotland een dinosaurusbot is gevonden buiten Skye. Het is dus een belangrijke ontdekking voor het hele land. Eigg stond al bekend om zijn Jura-fossielen, maar dan met name van zeereptielen en vissen.
Het bot van de ‘Steiggosaurus’ bevindt zich momenteel in de collecties van National Museums Scotland in Edinburgh. Voor wie niet kan wachten om naar de Schotse hoofdstad af te reizen om de vondst met eigen ogen te aanschouwen: coauteur Matthew Humpage maakte een 3D-model.



[ad_2]

Bron

Plaats een reactie