,,Die witte, dat is Rambo. Die donkere, dat is Kippie. En die bruine is Luna.” Vertederd kijkt Alle Fockema Andreae naar de kippen die achter in zijn tuin rondscharrelen. Hij heeft niet alleen een mooi hok voor ze in elkaar gezet, maar ook een soort veranda met zand waar de beestjes een bad kunnen nemen, en anderhalve kuub houtsnippers gestrooid. ,,Zodat ze geen last hebben van drassig zand.”